We hebben hier momenteel een discussie over zakgeld. Mijn zoon wil er iets vreselijk stoms van kopen. Althans, dat vind ik. En het is nog belachelijk duur ook. Hij denkt daar natuurlijk het zijne van en wil zijn plan absoluut doorzetten. Want: “Het is toch mijn geld?!”.
Zakgeld uitgeven aan prullaria
Toen Finn zes jaar werd, zijn we gestart met zakgeld; €1,- per week. Die eerste euro ging dezelfde dag nog op. Na school wilde hij meteen naar de speelgoedwinkel waar hij van alles uit het schap trok. “Kan ik deze? En deze?” Bijna alles was te duur. Maar zijn euro bewaren totdat hij genoeg geld had om iets groters te kopen, was niet im frage. Uiteindelijk ruilde hij zijn glimmende munt om voor een doosje knalerwten dat binnen 5 minuten op was. Spijt had hij er allerminst van; hij besloot zijn volgende euro er ook aan uit te geven.
‘Lees ook: Voor je het weet, zijn ze groot!‘
Na de knalerwten volgden nog heel wat andere prullaria die ons huis vervolgens in dezelfde vaart in een vuilniszak weer verlieten. Want het was allemaal troep; slijm die hard werd, een plastic pistooltje met plakpijltjes dat na schot twee al uit elkaar viel en een dinosaurus ei waar een gedrocht van een baby uit kwam. Ik hoorde mezelf meer dan eens zeggen: “Weet je écht zeker dat je daar je geld aan uit wil geven?”, “Dat is zo stuk…” en “Op is op”. Maar wil je met geld leren omgaan, dan moet je het laten rollen. En dus liet ik Finn zijn gang gaan.
Zakgeld is leergeld
Toen mijn big spender zijn zinnen had gezet op een LEGO Ninjago set maar nog lang niet jarig was, kwam er een einde aan het geld smijten. Hij begon te sparen! Zijn spaardoel wisselde nog wel eens, van LEGO naar Pokémon kaartjes en een drone. Maar hij hield zijn geld heel knap in zijn Pinniemaat. En na wat rapporten, een dagje zitten op de rommelmarkt en heitje voor karweitje liep dat kleine vermogen op tot een leuk kapitaal. “Mama…” riep hij toen hij zijn briefjes en munten weer eens aan het tellen was. “Ik heb precies genoeg voor een hoverboard!” Een hoverboard?! Néééééééééé!

“Het is toch MIJN geld?!”
Voor wie niet weet wat een hoverboard is; dat is zo’n bord op twee wielen dat aangedreven wordt door twee motortjes. En ik snap dat dat aantrekkelijk is voor een jongen van bijna 8 jaar, maar ik houd er niet zo van. Ik ben meer van het speelgoed dat kids stimuleert om te bewegen, zoals een skateboard, step, skates of een skelter. Bovendien vind ik een hoverboard ook heel individualistisch speelgoed. En die krengen zijn nog hartstikke duur ook. Maar mijn zoon denkt daar natuurlijk heel anders over en weet inmiddels al een paar maanden zeker dat hij zijn zakgeld hieraan uitgeven wil. Want: “Het is toch mijn geld?!”.
‘Lees ook: Neurotische rituelen: Alles moet op een speciale manier (en ik doe er nog aan mee ook!).’
En nu ben ik dus in strijd. Niet alleen met mijn zoon, maar ook met mezelf. Want was ik niet degene die vindt dat Finn zelf moet weten wat hij met zijn zakgeld doet? En dat zakgeld leergeld is? Ik vind het bovendien super knap dat hij dit bedrag helemaal zelf bij elkaar heeft gespaard. Maar aan de andere kant weet ik uit ervaring ook dat dit soort speelgoed – als het nieuwe er eenmaal vanaf is – vaak eindigt onder een laag stof. En omdat het om zoveel geld gaat, vind ik dat echt zonde! Dus nu is mijn vraag: wat moet ik doen? Het loslaten en hem dat stomme ding toch maar laten kopen of niet?
Wat moet ik nu doen?
Wat vinden jullie? En ik ben ook benieuwd in hoeverre jullie je bemoeien met het zakgeld van je kinderen. Heb je daar bepaalde afspraken over gemaakt? Of mogen ze helemaal zelf beslissen waaraan ze hun zakgeld uitgeven? Laat je het me weten?
De komende tijd zullen Cynthia en ik in samenwerking met ING nog meer onderwerpen met het thema zakgeld bespreken. We vinden het leuk om daarover met jullie in contact te zijn. Zijn er dingen waar je tegenaan loopt of waarvan je het leuk zou vinden als we het behandelen in een blog? Dan horen wij het graag van je in een reactie hier onder! Wil je nu alvast meer informatie over de financiële toekomst van je kind? Neem dan zeker een kijkje op de website van ING.
Laat een antwoord achter aan Laura Reactie annuleren