BBQ kip

Wat als je kind later niet zelfstandig kan wonen? Dit moet je weten!

Wat als je kind later niet zelfstandig kan wonen? Dit moet je weten!

Als moeder wil je niets liever dan dat je kind gelukkig is. Dat het zijn of haar eigen pad loopt, op eigen benen leert staan en een fijn leven opbouwt. Maar wat als dat niet lukt? Wat als jouw kind door een beperking, psychische kwetsbaarheid of ontwikkelingsstoornis later niet zelfstandig kan wonen? Wat zijn dan de opties? Hoe bereid je je voor? En hoe zorg je ervoor dat je kind tóch een veilige, liefdevolle plek vindt? In dit artikel nemen we je mee in de wereld van begeleid wonen, geven we overzicht in woonvorm keuzes én delen we tips en inzichten die je rust en helderheid geven.

Hoe weet je of zelfstandig wonen wel of niet haalbaar is voor jouw kind?

Er kunnen allerlei omstandigheden zijn waardoor je je afvraagt of zelfstandig wonen later haalbaar is voor je kind. Misschien is er sprake van:

  • een verstandelijke beperking
  • een autismespectrumstoornis
  • psychische problemen
  • een chronische aandoening
  • of een combinatie daarvan

Soms is het al vrij duidelijk dat zelfstandig wonen lastig zal worden. Maar veel vaker bevind je je als ouder in een soort grijs gebied. Je ziet aan de ene kant dat je kind groeit, zelfstandiger wordt en mooie stappen maakt. Maar aan de andere kant merk je ook dat sommige dingen simpelweg niet vanzelf gaan. Het plannen van een dag, omgaan met veranderingen, boodschappen doen of openen van de post blijven bijvoorbeeld ingewikkeld. Die twijfel is heel normaal. Gelukkig zijn er verschillende manieren om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden van je kind en professionals die met je mee kunnen denken.

Een goede eerste stap is om in gesprek te gaan met mensen die je kind goed kennen, zoals bijvoorbeeld een behandelaar, zorgverlener, de intern begeleider op school, de huisarts of het sociaal wijkteam van je gemeente. Zij kunnen helpen om de situatie in kaart te brengen en kijken of extra ondersteuning wenselijk is. Daarnaast zijn er organisaties, zoals Plushome begeleid wonen Nijmegen, die – vaak kosteloos – met je meedenken. Zij kunnen bijvoorbeeld een woonvaardigheden scan of zelfredzaamheid onderzoek organiseren. Daarmee krijg je een concreet beeld van wat je kind al kan, wat nog lastig is en waar begeleiding nodig is. En weet: je hoeft niet meteen een definitieve keuze te maken. Geef jezelf de tijd om rustig te ontdekken wat bij je kind past.

De verschillende woonvormen

Als blijkt dat zelfstandig wonen niet haalbaar is, maar je kind wel graag uit huis wil, zijn er gelukkig verschillende woonvormen die passen bij kinderen en (jong)volwassenen met extra zorg- of begeleidingsbehoeften. Deze woonvormen bieden een eigen plek, maar met begeleiding en ondersteuning op maat.

  • Begeleid wonen: Voor jongeren of jong-volwassenen die graag zo zelfstandig mogelijk willen wonen, maar wel ondersteuning nodig hebben. Denk aan hulp bij schoonmaken, geldzaken, werk vinden of invullen van vrije tijd. De begeleiding kan dagelijks of enkele uren per week aanwezig zijn.
  • Kleinschalig wonen in de wijk: Een woonvoorziening voor een groepje bewoners, midden in een dorp of stad. Bewoners worden actief betrokken bij het dagelijks leven in de buurt, terwijl hun zelfstandigheid zoveel mogelijk behouden blijft.
  • Appartementen met begeleiding: Een eigen appartement in een complex waar ook andere bewoners met een zorgvraag wonen. Vaak is er een gezamenlijke huiskamer of steunpunt in het gebouw voor contact en begeleiding.
  • Beschermd wonen: Voor mensen die intensieve zorg en begeleiding nodig hebben is er begeleid en beschermd wonen. Een woonvorm op een instellingsterrein waar bewoners vrij en veilig kunnen rondlopen met 24/7 toezicht. Er zijn kleine woningen, dagbesteding op het terrein en medische voorzieningen, zoals een arts of fysiotherapeut, dichtbij.
Wat als je kind later niet zelfstandig kan wonen? Dit moet je weten!
  • Thomashuizen: Kleinschalige, huiselijke woonvormen waar (jonge) mensen onder begeleiding van een klein team een zo normaal mogelijk leven leiden. Elke bewoner heeft een eigen kamer en deelt gemeenschappelijke ruimtes, zoals een huiskamer en keuken.
  • Zorgboerderijen: Combinatie van wonen en werken/dagbesteding in een landelijke omgeving. Geschikt voor kinderen die opbloeien in rust en natuur, met duidelijke structuur.
  • Ouderinitiatieven / wooninitiatieven: Ouders richten zelf (samen met anderen) een woonvorm op die volledig aansluit bij de wensen van hun kind. Vaak met veel inspraak en een persoonlijke sfeer.
  • Fasehuis of kamertraining: Een tussenoplossing voor kinderen of jongeren die zelfstandig willen wonen, maar daar nog in moeten oefenen. Met begeleiding leren ze stap voor stap wat er bij zelfstandig wonen komt kijken.
  • Thuis wonen met zorg en ondersteuning: Je kind blijft thuis wonen, maar met externe zorg en ondersteuning. Daarbij kun je kiezen uit een volledig pakket thuis (VPT), een modulair pakket thuis (MPT) of een persoonsgebonden budget (PGB).

Welke woonvorm past het beste bij mijn kind?

De juiste keuze hangt af van verschillende factoren. Denk aan de hoeveelheid begeleiding die je kind dagelijks nodig heeft en de vraag of hij of zij goed kan omgaan met prikkels, drukte en veranderingen. Misschien is er behoefte aan veel structuur en voorspelbaarheid, of juist aan wat meer vrijheid. Ook de locatie kan belangrijk zijn: moet de woonvorm dichtbij familie zijn, of is dat minder van belang? En welke dagbesteding, school of andere voorzieningen zijn er in de buurt? Het is verstandig om altijd meerdere plekken te bekijken en niet alleen te letten op de praktische kant. De sfeer in huis en de klik met begeleiders zijn minstens zo belangrijk. Hoe voelt je kind zich op die plek? Soms zegt dat gevoel meer dan welke brochure, ervaring van een ander of website ook.

Wanneer begin je met zoeken?

Het is verstandig om al vroeg te beginnen met oriënteren, zeker als je weet of vermoedt dat zelfstandig wonen voor jouw kind niet haalbaar is. Het vinden van een passende plek kost tijd en wachtlijsten kunnen soms oplopen tot maanden of zelfs jaren. Door op tijd te starten, voorkom je dat je in een stressvolle situatie terechtkomt waarin je overhaast beslissingen moet nemen. Bovendien kan het prettig zijn om alvast contact te leggen met zorgaanbieders, zodat je weet hoe het proces verloopt en welke stappen je moet zetten. En met welke mogelijke kosten je te maken krijgt. Vaak worden deze (deels) vergoed via de Wmo, Jeugdwet of Wet langdurige zorg (Wlz). Soms betaal je een eigen bijdrage via het CAK.

Op welke leeftijd kan mijn kind het beste uit huis?

Er bestaat geen vaste leeftijd waarop een kind het huis uit zou moeten gaan. Sommige jongeren zetten rond hun achttiende de stap naar zelfstandig begeleid wonen, anderen blijven langer thuis om zich verder te ontwikkelen of om eerst nog wat extra vaardigheden te oefenen. Het belangrijkste is dat het moment past bij de zelfstandigheid en emotionele weerbaarheid van je kind, én dat er een plek beschikbaar is die écht aansluit bij zijn of haar behoeften. Soms komt de juiste woonplek voorbij terwijl je kind er nog niet helemaal klaar voor is en kan een geleidelijke overgang helpen. In andere gevallen is het juist slim om nog even te wachten tot de timing beter voelt. Het gaat er uiteindelijk om dat de stap niet te groot is, maar wél perspectief en groei biedt.

>> Lees ook: Checklist! Dingen die je moet regelen als je kind het huis uit gaat.

Wat je als ouder kunt doen voor een soepele overgang

Een verhuizing naar een begeleide woonvorm is voor je kind een grote stap en als ouder kun je veel doen om die overgang soepel te laten verlopen. Betrek je kind daarom bij elke stap in het proces, zodat het geen plotselinge of overweldigende verandering wordt. Oefen samen alvast met praktische vaardigheden zoals koken, wassen en plannen, zodat de zelfstandigheid groeit nog vóór de verhuizing plaatsvindt. Het helpt ook om de nieuwe woonplek regelmatig te bezoeken, zodat je kind kan wennen aan de omgeving en de mensen die er werken. En als de stap eenmaal gezet is, blijf dan betrokken en houd contact, maar geef tegelijkertijd ook ruimte om zelf te ontdekken en te groeien. Die balans tussen nabijheid en loslaten maakt de overgang vaak een stuk makkelijker.

Tot slot

Er is geen standaardroute naar geluk. Misschien woont jouw kind straks niet volledig zelfstandig, maar wél op een plek waar hij of zij zich veilig voelt, zichzelf kan zijn en zich kan ontwikkelen. En dat is net zo waardevol.

Met de juiste voorbereiding, informatie en begeleiding kun je als ouder veel doen om die overgang soepel te laten verlopen. Want zelfstandig wonen is niet altijd een kwestie van alles zelf doen. Soms is het vooral weten dat er altijd iemand in de buurt is die helpt als het nodig is.

Wat als je kind later niet zelfstandig kan wonen? Dit moet je weten!

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *